Volgens recente cijfers is in Vlaanderen 1 op de 12 inwoners langer dan een jaar ziek, in Wallonië gaat het om 1 op de 7. Dat zorgt voor hoge maatschappelijke en budgettaire druk. “Dit gaat in eerste instantie over mensen opnieuw zin en perspectief geven in hun leven”, klinkt het bij Kamerfractievoorzitter Axel Ronse. “Maar tegelijk moeten we onze sociale zekerheid beschermen voor de toekomst.”
Re-integratie is niet langer een vrijblijvende optie
Voor werknemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn, worden de bestaande sanctiemechanismen versterkt. Wie vandaag weigert om mee te werken aan een traject naar werk via het ziekenfonds, riskeert vandaag een vermindering van de uitkering met 2,5%. Dat wordt opgetrokken naar minstens 10%, met de mogelijkheid tot volledige schorsing van de uitkering bij blijvende weigering. Ook wie een re-integratievoorstel via de bedrijfsarts van de werkgever of via VDAB naast zich neerlegt, kan hetzelfde soort sancties opgelegd krijgen.
Daarnaast wordt het systeem rond gewaarborgd loon aangepast. Nu kan iemand die opnieuw aan het werk gaat, na twee weken opnieuw ziek vallen en opnieuw gewaarborgd loon ontvangen. Voortaan moet men minstens 8 weken gewerkt hebben vooraleer dat recht opnieuw ontstaat.
“Het is uiteraard niet de bedoeling om mensen te bestraffen die ziek zijn en niet meer kunnen werken”, zegt Kamerlid Eva Demesmaeker. “Maar we vinden wel dat langdurig zieken ten minste bereid moeten zijn om hun resterend arbeidspotentieel te laten onderzoeken.”
Werkgevers dragen ook verantwoordelijkheid
Ook voor werkgevers verandert er heel wat. Bedrijven met meer dan 50 werknemers zullen voortaan gedurende 2 maanden – en na het herfstakkoord gedurende 4 maanden – 30% van de kost van de ziekte-uitkering dragen. Dat bedrag wordt volledig gecompenseerd via een lagere RSZ-werkgeversbijdrage. Werkgevers met meer dan 20 werknemers worden dan weer gesanctioneerd wanneer zij tijdens de eerste 6 maanden van de ziekte geen inspanningen leveren om een re-integratietraject op te starten.
De vivaldi-boetes voor werkgevers met een bovengemiddeld aantal zieken verdwijnen echter volledig. Bovendien wordt de periode waarin een werkgever iemand niet kan ontslaan wegens medische overmacht verkort van 9 naar 6 maanden.
Voorschrijfgedrag behandelend artsen in kaart
Ook het voorschrijfgedrag van behandelend artsen wordt strenger gemonitord. Er komt een nieuwe databank die het voorschrijfgedrag in kaart brengt, en artsen zullen geen ziekte-attesten van meer dan 3 maanden meer kunnen uitschrijven. Artsen die structureel langere ziekteperiodes voorschrijven dan hun collega’s, kunnen worden aangesproken en indien nodig gesanctioneerd.
Ziekenfondsen die beter begeleiden, krijgen meer financiering
Een andere belangrijke pijler van de hervorming is de rol van de ziekenfondsen. “De ziekenfondsen hebben vandaag weinig belang bij het re-integreren van hun leden op de arbeidsmarkt. Daarom wordt hun financiering aangepakt”, zegt Ronse.
Voor het eerst wordt het vaste deel van de RIZIV-enveloppe voor hun werkingskosten afhankelijk van de geleverde inspanningen rond re-integratie. Ziekenfondsen die aantoonbaar betere resultaten boeken in de begeleiding van langdurig zieken naar werk, zullen in de toekomst meer middelen ontvangen. Fondsen die weinig inspanningen leveren, zullen het met minder moeten doen.
“Dit plan is een hoogdag in het parlement, maar de kracht zit in de uitvoering. We volgen dit de komende jaren zeer nauw op”, besluiten Ronse en Demesmaeker.