Huidige situatie is absurd
Vandaag geldt in België één van de strengste regimes van Europa: bij een staking mogen uitzendkrachten helemaal niet worden tewerkgesteld, ook niet als ze vóór de staking al aan het werk waren. Wie toch werkt, verliest zijn inkomsten. Bovendien riskeren zowel het uitzendbureau als de onderneming strafrechtelijke sancties.
Volgens Ronse leidt dat tot onrechtvaardige en disproportionele situaties. “Een uitzendkracht die al maanden zijn job goed doet, verliest plots zijn inkomen op de dag van een staking. Niet omdat hij zelf staakt, maar omdat anderen staken. Dat is compleet absurd”, aldus Ronse.
Evenwicht tussen twee grondrechten
Het wetsvoorstel bepaalt dat uitzendkrachten die voor de start van de staking bij een werkgever werkten, dit werk ook mogen voortzetten tijdens de staking, op voorwaarde dat zij uiteraard zelf niet deelnemen aan de staking.
“Het stakingsrecht is een grondrecht. Maar het recht op werken is dat ook. Dit voorstel herstelt het evenwicht tussen die twee grondrechten”, aldus Axel Ronse. “Reeds tewerkgestelde uitzendkrachten de kans geven om te blijven werken, breekt bovendien geen staking. Het respecteert perfect het stakingsrecht van wie staakt, maar voorkomt dat anderen gedwongen worden hun eigen recht op werken op te schorten.”
Zo wordt volgens Ronse een bestaande discriminatie weggewerkt: “Een vaste werknemer mag tijdens een staking zelf beslissen om door te werken. Een uitzendkracht, die exact hetzelfde werk doet, mag dat niet doen en verliest onder de huidige regels zijn inkomen. Dat is niet verdedigbaar.”
Nieuwe uitzendkrachten aanwerven om een staking te breken blijft met dit wetsvoorstel nog steeds verboden.
Zuurstof voor ondernemers tijdens de staking
De driedaagse nationale staking zorgt voor heel wat economische schade bij bedrijven. Volgens Ronse is het dan ook niet meer dan logisch dat mensen die willen werken, dat ook kunnen doen. “Deze broodnodige correctie geeft bovendien ook meer ademruimte aan ondernemers die geconfronteerd worden met een staking”, besluit Ronse.
Ronse vroeg advies aan de Raad van State en sluit niet uit dat hij bij het Grondwettelijk Hof nagaat of de huidige situatie geen schending inhoudt van het recht op werken.