
Zelfde regels als voor ambtenaren
De parlementaire pensioenen worden voortaan op dezelfde manier berekend als bij ambtenaren. Waar vroeger enkel het laatste loon telde, zullen binnenkort de laatste twintig jaren meegeteld worden. “Vroeger kon men bovendien al op 55 met pensioen, en was twintig jaar werken genoeg voor een volledig pensioen. Dat is al aangepakt: vandaag krijg je pas na 45 jaar werken een vol pensioen. Nu trekken we ook de pensioenleeftijd op naar 66, mét de bonus-malusregeling die geldt voor iedereen”, aldus Ronse. “Ook voor wie al voor 2014 parlementslid was. Zonder pardon.”
Uittredingsvergoeding fors beperkt
De omstreden uittredingsvergoeding wordt teruggeschroefd. Waar parlementsleden vroeger tot twee jaar vergoeding konden opbouwen, wordt dat voortaan maximaal één jaar. “Wie zo’n vergoeding krijgt, bouwt geen pensioenrechten op”, zegt Ronse. “Dat is het verschil met een werkloosheidsuitkering.”
De uittredingsvergoeding blijft wel bestaan, omdat parlementsleden geen recht hebben op werkloosheid. “Maar vroeger was die vergoeding exuberant. Herinner u de verhalen van mensen die stopten en vier, vijf jaar vergoeding kregen. Mijn generatie heeft daar komaf mee gemaakt. Nu is dat maximaal één jaar, zonder pensioenopbouw.”
Grootste impact: vakantiegeld
De grootste besparing komt volgens Ronse van het vakantiegeld voor gewezen parlementsleden. Dat gaat van 92 procent van het laatste loon naar 10 procent. “Een daling van 5.800 naar zo’n 600 euro. Een groot verschil”, zegt hij. “Maar belangrijker dan besparen is dat we nu echt serieuze hervormingen doorvoeren. We vragen veel van de bevolking. Dan moeten wij het goede voorbeeld geven.”
Geen taboes, ook niet over het loon
Ronse is tevreden dat alle partijen achter de hervorming staan. “Elke politicus van mijn generatie werkt al jaren aan de hervorming van het parlementair statuut. Waanzinnige privileges wegwerken. Ik ben blij dat we dit als generatie kunnen doen.”
Op de vraag of ook het brutoloon of de onbelaste onkostenvergoeding van 2.650 euro moet worden aangepast, reageert Ronse pragmatisch: “De vergoedingen zijn in lijn met het Europese gemiddelde. Het is belangrijk dat we toppers aantrekken, die in de privé ongetwijfeld meer zouden verdienen. Als je wilt besparen, verminder dan het aantal parlementsleden - niet de lonen. En vooral: stem alles af met wat we van de bevolking vragen.”