Structurele verschillen: Vlaanderen versus Wallonië

Ronse wijst op de schrijnende verschillen tussen de regio’s. “Van elke honderd euro die een OCMW in Vlaanderen krijgt, gaat er 70 euro naar beroepsopleidingen voor mensen met een leefloon. In Wallonië is dat amper 24 euro. De rest gaat naar zaken als tickets voor een tropisch zwembad of de cinema.”

Hij haalt ook een concreet voorbeeld aan uit z’n thuisstad Kortrijk: “Wij sturen 117.000 vacatures door naar Le Forem, de Waalse tegenhanger van VDAB. Daarop kregen we… 51 sollicitanten uit Wallonië.”

Werkloosheid beperken in de tijd

Voor Ronse is het dan ook vanzelfsprekend dat werkloosheid in de tijd moet worden beperkt. “Het succes zal grotendeels afhangen van Prévot en Bouchez”, zegt Ronse. “Wat gaat er gebeuren in Brussel en Wallonië? Krijgen zij eindelijk die tanker in beweging? Want daar kampt men met een gigantische werkloosheid, die het gevolg is van decennia PS- en PVDA-beleid.”

“Als men weet dat een uitkering maar twee jaar loopt, is men veel gemotiveerder om mee te werken aan een traject naar werk. En wie dan echt geen job vindt, komt in de bijstand terecht, na een middelenonderzoek. Zo helpen we enkel wie het écht nodig heeft.”

Dat is volgens hem geen afbraakbeleid, maar een reddingsplan. “Wij willen onze sociale zekerheid redden, zodat ook de volgende generaties het even goed hebben. De PVDA daarentegen wil mensen afhankelijk houden van uitkeringen. Dat is geen sociaal beleid, dat is mensen gevangen houden.”

Een ander strijdpunt is de rol van de VDAB. Voor Ronse mag deze dienst veel gerichter werken. “De VDAB moet geen vetgemeste overheidsdienst zijn. Ze moet slank zijn en zich focussen op haar kerntaak: controleren en sanctioneren.”

Langdurig zieken activeren

Ook de explosieve groei van het aantal langdurig zieken – intussen goed voor meer dan 11 miljard euro per jaar – vraagt volgens Ronse een fundamenteel andere aanpak. “Tot vandaag keek men enkel: kan iemand zijn huidige job nog doen? Wij willen breder kijken. Kan die persoon ander werk doen, misschien bij een andere werkgever? Daarvoor willen we ook opleidingen en trajecten voorzien.”

Dat is volgens hem net sociaal: “Mensen krijgen zo een zinvol leven, ze spijzen mee de kas en ze creëren economische groei. De middelen die daardoor vrijkomen, kunnen we geven aan wie ze echt nodig heeft. Maar wat PVDA wil, is het geld aan iedereen blijven uitdelen, om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen afhankelijk blijven van de overheid. Dat is hun model. Wij helpen mensen liever vooruit”, besluit Ronse.